We zijn met een paar mensen bezig geweest met het bouwen van nestkastjes. We hebben allerlei restanten hout, gelukkig ook veel plankjes en grotere stukken. Prima om de kastjes van te bouwen. Het dak kan open waarbij fiets-binnenband als scharnier functioneert. Zo hebben we ook bedacht om het hele dak te bedekken met dakpansgewijs stroken oude fietsband. Goed waterdicht en ziet er ook nog leuk uit (zie laatste foto).
Helaas staat nu alles stil (i.v.m. corona-virus), maar we hopen dat mensen thuis doorgaan met bouwen en ophangen. De meeste vogels hebben als een nestplek gekozen, maar voor wie nog niets heeft hangen we ze toch op. En zeker het volgende jaar komen ze goed van pas. Als ze in de herfst hangen dan hebben de vogels ook in de winter een plek om te schuilen. Hieronder hebben we informatie geplaatst (afkomstig van vogel-sites op het internet) over nestkasten en vogels. Veel plezier ermee.

Nestkastje bouwen
  • Gebruik altijd natuurlijke materialen zoals hout. De kast moet tegen weer en wind bestand zijn.
  • Hout moet minstens anderhalve centimeter dik zijn.
  • Het dak moet in elk geval waterdicht zijn.
  • De constructie van de nestkast moet stevig zijn.
  • De ophanghaak moet betrouwbaar zijn.
  • Een stokje om op te zitten voor de opening is niet nodig. Mogelijk doet u er zelfs predatoren een plezier mee.
  • De nestkast moet open kunnen. Zo kunt u het schoonmaken. Dit doet u door in de herfst de kast leeg te halen en hem schoon te boenen met heet water.
Kleine nestkast:
12 x 12 cm gondoppervlak,
26 cm achterzijde,
voorzijde iets korter zodat het dakje schuin loopt,
dakje uit laten steken aan de voorkant,
ronde opening ca. 3cm onder de dakrand aan de voorkant.
Opening:
voor pimpelmees → 2,8 cm
voor koolmees → 3,2 cm
voor ringmus → 4,0 cm


We hebben een pallet gebruikt als werkbank.


Even kijken of alles past.


De werkplaats van De Zangvogel.


Klaar om op te hangen.

Tips bij het ophangen van Nestkasten:

1-De ophanghoogte. hang het nestkastje op een hoogte tussen de 1,5 tot 3 meter.

2-Het nestkastje dient u ieder jaar schoon te maken. Vogels gaan niet broeden in een nestkast met viezigheid van het broedseizoen daarvoor. Maak de nestkast dus grondig schoon met heet water en een borstel. Liever geen schoonmaakmiddelen (Schoonmaakazijn kan wel, daarna goed spoelen.

3-Broedende vogels zijn gevoelig voor verstoring, hang de nestkast daarom op een rustige plek

4-Bedwing u nieuwsgierigheid :ga niet te vroeg kijken in de nestkast. Doe dat pas als er gebroed wordt. Kijk niet meer dan 1 keer per week.

5-Let bij het ophangen van de nestkast goed op in welke richting de nestkast wordt gehangen, de vliegopening moet gericht te zijn op het oosten, noordoosten of noorden.

6-Helaas mislukken veel broedsels door het toedoen van katten. Hou hier rekening mee bij het ophangen van de nestkast.

7-Als u het nestkastje voor de winter ophangt is de kans groter dat de nestkast wordt ontdekt en gebruikt door de vogels.

8-Het kan erg warm worden in een nestkast vol met jonge vogels, hang de nestkast dus nooit op het zuiden in de volle zon.

9-Verschillende typen nestkasten dienen ca 3 meter van elkaar te worden opgehangen. Nestkasten die voor dezelfde vogelsoort zijn bestemd minimaal 10 meter van elkaar ophangen.

10-Vogels willen een aanvliegroute zonder obstakels. Zorg dus dat er geen takken en bladeren voor de vliegopening hangen. Winterkoning en Roodborst houden wel van wat beschutting voor het nestkastje.

Mezen in de nestkast
koolmees pimpelmees
broedtijd: april – juli april – augustus
bouwen van nest (dagen) 7 – 10 7 – 10
aantal eieren (één ei per dag) 8 – 10 7 – 14
broedduur (dagen) 12 – 14 12 – 14
nestduur (dagen) 18 – 21 17 – 19
aantal legsels 1 (soms 2) 1

De totale broedduur vanaf het betrekken van de nestkast tot het uitvliegen van de jongen is ongeveer 50 dagen.
Als de mezen bezig zijn met het maken van een nest is dit duidelijk te zien, omdat het vrouwtje af en aan vliegt met takjes en stukjes mos. Vervolgens is het ruim een week rustig nabij de nestkast, vanwege het leggen van de eieren. Tijdens het uitbroeden van de eieren verlaat het vrouwtje overdag ongeveer elk uur nest voor een tijdje. Als ze wel op het nest zit, wordt ze regelmatig gevoerd door het mannetje. Als de eieren uitgekomen zijn, dan begint het voeren van de jongen door beide ouders. Je ziet de mezen dan af en aan vliegen met rupsen, spinnen, vlinders en andere insecten. Tijdens de nestduur zullen de mezen circa 5 duizend (!) insecten vangen voor de jongen.
Je kunt de jonge vogels horen piepen als een van de ouders het nest invliegt. Het uitvliegen van de jongen zal je niet vaak zien, een indicatie dat de vogels uitgevlogen zijn is meestal dat je de ouders niet meer ziet.